Badminton is een intensieve racketsport wat gespeeld kan worden als enkelspel (1 tegen 1) en dubbelspel (2 tegen 2). Badminton is in principe een binnensport omdat er in een sporthal geen hinder is van wind en andere effecten. Recreatief wordt het ook buiten gespeeld, en vaak dan ook een stuk minder fanatiek. Je kan in Nederland bij een willekeurige camping altijd wel een badminton partijtje terugzien. Met name in aziatische landen is de sport mateloos populair.

We proberen je een aantal basis spelregels en technieken van badminton mee te geven, en we gaan verderop in op de fouten die je kan maken bij het spel en technieken die komen kijken bij goed badminton.

Badminton wordt gespeeld met een speciaal badminton racket. Dit is een licht racket waar snel en behendig mee kan worden geslagen. Er wordt gespeeld met een shuttle, van nylon of veren, die over een net wordt geslagen. Dit net wordt gespannen op een hoogte van 1,55 meter, en mag in het midden maximaal 2,5 cm gezakt zijn. Het speelveld bij badminton is 13,4 meter lang, en 6,10 meter breed.

De puntentelling gaat volgens een zogenaamd rallypoint systeem, waarbij elke score een punt oplevert. De puntelling gaat tot 21 punten, met een minimaal verschil van 2 punten. Als het verschil 1 punt blijft wordt er doorgespeeld totdat iemand als eerste het maximale aantal van 30 punten bereikt. Als je twee games wint, ben je winnaar. Bij 1 - 1 wordt er een derde en beslissende game gespeeld.

Je scoort een punt of krijgt er een tegen als:

• Een shuttle op de grond valt binnen het speelveld.
• Een shuttle in het net wordt geslagen. Ook onder het net of tegen plafond of muur levert de ander een punt op.
• Als een shuttle 2 x maal door dezelfde speler wordt geraakt.
• Als je bij serveren in het verkeerde vak slaat.
• Als er wordt teruggeslagen voordat deze over het net is gekomen.

Een belangrijk onderdeel van badminton is de service. Een service moet onderhands geslagen worden en diagonaal, over het net, in het juiste vak van de tegenstander gespeeld worden.

Bij de slagtechniek van badminton wordt verder verschil gemaakt tussen zogenaamde rotatieslagen en extensieslagen. Het verschil tussen de twee is dat bij rotatieslagen een roterende beweging van de onderarm wordt gedaan. Bij extensieslagen wordt er gestrekt en een duwende beweging gemaakt om richting te geven aan een aanvallende shuttle.

De verschillende slagen op een rijtje:

• Smash = een hoge en snelle aanvalsslag.
• Drive = een snelle (zijdelingse) aanvalsslag.
• Dropshot = een hoge shuttle van achteren die kort over het net wordt gespeeld.
• Netdrop = een slag van dichtbij het net, kort over het net met een boogje.
• Clear = een hoge slag naar het achterveld van de tegenstander. In principe een verdedigende slag.
• Lob = een lage slag die hoog naar de tegenstander wordt teruggespeeld. Ook een verdedigende slag.

Hieronder een overzicht van de verschillende fouten die je kunt maken bij badminton, naast de bovengenoemde situaties waarin er punten worden gescoord:

• het net raken met het racket.
• het raken van de palen, wand of plafond met de shuttle.
• de shuttle met je lichaam raken.
• serveren voordat een tegenspeler klaarstaat.
• als de shuttle in je eigen veld valt door een misslag.
• de shuttle meerdere keren achter elkaar raken.
• op de lijn staan bij het serveren.
• serveren in het verkeerde vak.
• bovenhands opslaan of niet juist onderhands serveren.

Scheidsrechter kunnen bij twijfel over een te nemen beslissing een zogenaamde 'let' geven, waarbij het punt wordt overgespeeld.

Hieronder een aantal leuke weetjes over badminton:

• Een shuttle kan wel snelheden bereiken van meer dan 300 km/uur.
• Op top niveau leggen spelers wel tot 6 km af tijdens het spelen van 1 set van 45 minuten.
• De beste badminton shuttles zijn gemaakt van ganzenveren.
• Een shuttle bestaat in principe uit 16 veren.
• Badminton is de 2e meest gespeelde sport wereldwijd na voetbal.
• Badminton is enorm populair in aziatische landen.
• Badminton is een Olympische sport.