Uitleg en spelregels
Judo is een Japanse vechtkunst wat wereldwijd ook als sport veel beoefend wordt en ook al jarenlang deel uitmaakt van de Olympische spelen.
Judo is een vechtsport wat een heel eigen karakter heeft en specifieke manieren van vechten waarbij er gebruik wordt gemaakt van werptechnieken en controle- of klemtechnieken.
Judo is oorspronkelijk een echte zelfverdedigingskunst. Aanvallen door stoten of trappen zijn in de oefen- en wedstrijdvarianten van Judo niet toegestaan.
Wil je wat meer te weten komen over Jodu, lees dan lekker verder op deze pagina, speciaal over de judosport.
Judo gaat uit van een aantal basisbegrippen die we je willen meegeven.
Er is ten eerste een hoofdverdeling in:
De gevechtstechieken zijn verder opgedeeld in drie groepen:
Met de bovengenoemde technieken is het de bedoeling om je tegenstander te verslaan. Bij westrijden doe je dat door punten te scoren.
Bij Judo wordt gewerkt met verdere verfijning van techniekvormen die 'kata' worden genoemd. Hierin ligt de basis van alle Judo technieken. Het oefenen en uitvoeren van kata is een verplicht onderdeel van een dan-examen, waarmee je kunt groeien in rang.
Bij Judo krijgt de judoka (beoefenaar van Judo) bij het uitvoeren of ondergaan van een techniek een specifieke naam. Degene die een aanvalstechniek uitvoert wordt een 'Tori' genoemd. Degene die de aanval ontvangt wordt een 'Uri' genoemd.
Het succes van een aanval hangt af van een aantal zaken. Bij werptechnieken geldt dat de techniek zowel kracht, snelheid als controle moet hebben en de tegenstander grotendeels op de rug moet belanden om volle punten te krijgen. Een vol punt heet een Ippon en is 10 punten waard.
Wordt een techiek echter maar deels goed uitgevoerd dan kan er nog wel een Waza-ari worden gescoord, wat 7 punten waard is.
Als het gaat om klemtechnieken dan is het doel daarvan om de tegenstander in een houtgreep te krijgen op de rug of met minimaal een schouder op de grond. Lukt dit voor 20 seconden dan scoor je een Ippon. Lukt dit tussen de 10 en 19 seconden dan scoor je een Wasa-ari.
Het einde van de wedstrijd kan zich op verschillende manieren voordoen, het ultieme doel is om een Ippon te scoren.
Judo wedstrijden kunnen op verschillende manieren beindigd worden. Hieronder alle manieren waarop dit het geval is:
Als twee spelers een gelijke stand hebben na de afloop van de vechttijd, dan wordt er opnieuw gestart waarbij elke eerste score van een deelnemer voor de overwinning zorgt.
Bij Judo heb je twee soorten straffen. Lichtere straffen heten Shido. Zwaardere straffen (met direct verlies en/of uitsluiting) heten Hansoku-make.
Straffen zijn van belang bij het eindigen in een gelijke score. Als één van de deelnemers meer Shido's (lichte straffen) heeft dan de ander, dan verliest deze de wedstrijd. Ook krijg je na 3 Shido's automatisch een Hansoku-make, en verlies je direct de wedstrijd.
Een aantal voorbeelden van Shido straffen:
En hieronder een paar voorbeelden van directe Hansoku-make, om een idee te geven:
Hieronder een aantal weetjes over Judo.
Wij hopen je met deze eerste inzichten een beetje meer bekend te hebben gemaakt met Judo. Er is nog zoveel meer over te vertellen en te ervaren. Laat je verder inspireren door eens een wedstrijd bij te wonen of een les te volgen. Veel plezier met Judo!
Sport en Spelen overzicht van belangrijke organisaties. Wilt u ook hier op de kaart komen te staan?
Neem contact op via het e-mail formulier voor meer informatie
Heeft u een concrete vraag of wenst u meer informatie over sport en spelen of heeft u een wens voor sponsoring of adverteren, neem dan gewoon direct vrijblijvend contact met ons op!
Seize the initiative in whatever you undertake.
Jigoro Kano