Skisport is een sport waarbij de manier van voortbewegen in de sneeuw centraal staat, met behulp van twee lange latten (ski's) die je onder elke voet bevestigd. Skisport is ontstaan uit het normale voortbewegen op ski's als veilige manier om op pad te zijn in besneeuwde gebieden. Net zoals het voortbewegen ter voet tot allerlei sporten zoals hardlopen, klimmen, springen en dergelijke heeft geleid, heeft het voortbewegen op ski's geleid tot verschillende skisporten.

We nemen je op deze pagina vooral mee in de verschillende vormen binnen de skisport en geven wat uitleg over de verschillende materialen die erbij komen kijken als je wilt skiën.

Om skiën en skisport veilig te beoefenen is een goede uitrusting nodig. Skisport wordt beoefend in koude weersonstandigheden en over het algemeen in hooggelegen skigebieden en gebergten. De benodigdheden voor skisport zijn de volgende:

uitrusting

• ski's
• skistokken
• skischoenen
• warme ski jas
• ski broek
• ski handschoenen
• skibril
• skihelm

aanvullend

• rugbeschermer
• muts
• sjaal
• thermische onderkeleding
• rugtas
• Sneeuwschoenen
• veiligheidset / ehbo
• reparatiegereedschap

Alpineskiën kenmerkt zich doordat er gebruik wordt gemaakt van natuurlijke afdalingen van bergen. Er zijn verschillende wedstrijdvormen die onder het Alpineskiën thuishoren, hieronder staan de belangrijkste:

• Afdaling - Dit is, zoals het woord het al zegt, de sport waarbij het afdalen van een bepaald parcours centraal staat. Deelnemers moeten zo snel mogelijk het parcours afdalen. Dit parcours heeft vaak verschillende bochten en hoogteveschillen om sprongen te maken.
• Super G - Dit is de naam van specifieke snelle afdalingsparcoursen met vele bochten en sprongen.
• Slalom - Dit is een vorm waarbij deelnemers tussen paaltjes door van links naar rechts afdalen. Dit is een zeer snelle en techninsche skisport variant.
• Reuzenslalom - Dit is een slalom variant die wat langer is en ook wat minder bochtig is gemaakt met de paaltjes dan een normale kortere slalom.
• Alpine combinatie - Dit is een cobinatiewedstrijd met zowel een afdaling als een slalom als afzomderlijke onderdelen.

Onder Noords skiën worden een aantal specifieke skisporten bedoeld die iets minder gebruik maken van de natuurlijke afdalingssnelheid van de bergen, hieronder een overzicht van de drie belangrijkte onderdelen:

• Langlaufen - Dit is de skisport waarbij het voortbewegen over wat vlakkere parcoursen centraal staat. Langlaufen doet men door het om en om te schuiven of stappen met de ski's om snelheid te maken. Er zijn verschillende vormen waarin Langlaufen in wedstrijdvorm wordt beoefend.
• Biatlon - Dit is een speciale variant op het Langlaufen waarbij er tussenstops in het parcours worden gemaakt en er op schietdoelen moet worden geschoten. Dit schieten gaat in verschillende posities. Bij het missen van doelen krijgt men over het algemeen tijdverlies toegerekend bovenop de eindtijd na het afleggen van het parcours.
• Schansspringen - Schansspringen is een discipline waarbij het springen van een schans moet worden uitgevoerd met ski's. Schansspringen wordt uitgevoerd met specifieke ski's en een springpak om zoveel mogelijk lift te behouden tijdens de vlucht. Er zijn twee soorten wedstrijdschansen. Dit zijn de zogenaamde 120 meter schans (waarmee men ca. 120 meter ver kan springen) en de 90 meter schans (waarmee men ca. 90 meter ver kan springen).

Freestyle skisport kenmerkt zich door behedigheid en tricks die worden gedaan met ski's. Bij sommige freestyle vormen is er ook een jury die punten geeft voor de verschillende uitgevoerde tricks. Ook worden wedstrijden soms door meerdere deelnemers tegelijk in een parcours beoefend. Hieronder een aantal bekende freestyle skisporten

• Moguls - Op een piste met allemaal bulten moet men zo snel en behendig mogelijk naar beneden komen. Er zijn sprongen verwerkt in het parcours en het idee erbij is om zo veel mogelijk in een rechte lijn naar beneden te komen.
• Slopestyle - Via een afdaling met allerlei obstakels en rails moeten de deelnemers zoveel mogelijk tricks doen om punten te scoren.
• Arials - Door gebruik te maken van een korte stijle skischans worden tricks zoals salto's en draaien gemaakt waarmee punten meten worden gescoord.
• Halfpipe - In een U vormige piste maken deelnemers sprongen en doen ze tricks op ski's om punten te scoren.
• Ski cross - Hierbij gaan 4 deelnemers racen op ski's, tegelijk door een snel en bochtig parcours.

Hieronder een aantal weetjes en tips over skisport

• Skipsporten zijn belangrijke onderdelen tijdens de Olympische winterspelen.
• Er zijn meer dan 60 landen ter wereld waar op natuursneeuw kan worden gesport.
• Skiën wordt ook indoor beoefend. Dit gebeurt in overdekte skihallen en meestal op kunstsneeuw.
• De meeste skipistes liggen in de Alpen. De hoogste berg van de Alpen is de Mont Blanc met 4810 meter hoog.
• Het wereldrecord schansspringen is op dit moment 253,5. meter ver. Dit resultaat is behaald op 19 maart 2017 door Stefan Kraft.
• Het snelheidsrecord op ski's staat op naam van de Italiaan Simone Origone. Hij ging maar liefst 251 km/u op de piste van Les Arcs in Frankrijk.
• Ski's gaan over het algemeen sneller dan snowboards. Het snelheidsrecord op een snowboard is namelijk 'maar' 201,9 km/u. Dit verschil komt voornamelijk doordat een snowboard meer wrijving in de sneeuw veroorzaakt.

Wij hopen je wat handige basisinformatie over de skisport te hebben gegeven. Veel plezier met het verder ontdekken van de mooie winsterse skisport!