Voordat je alles gaat lezen over Softbal, willen wij u graag wijzen op deze unieke kans om een spelontwerp te volgen en deel uit te maken van een kickstarter campagne. Het fantastische bordspel De gouden Spatel is momenteel in samenwerking met experts in ontwikkeling.

Wees één van de eersten om de start van de campagne mee te maken. Onder de aanmelders van onze trouwe lezers worden tevens gratis spellen verloot als de Kickstarter campagne succesvol is.Meld je gratis aan zodat je op tijd de hoogte wordt gehouden over de start van deze exclusieve Kickstarter spelontwikkeling - De Gouden Spatel.

En kijk voor meer infomatie over het spel De Gouden spatel, ook alvast op onze bijzondere pagina daarover: De Gouden Spatel

Nu verder over Softbal

Softbal is een balspel wat heel erg op honkbal lijkt. De grootste verschillen tussen de twee sporten is dat de bal bij softbal een stuk groter en zwaarder is, daarnaast wordt mag deze bal alleen maar onderhands aangegooid worden. Een derde belangrijk verschil tussen honkbal en softbal is het speelveld, wat bij softbal wat kleiner is.

Softbal wordt vanaf 2021 ook op de Olympische spelen weer gespeeld na een afwezigheid van honk- en softbal vanaf 2008.

Softbal worddt op de Olympische spelen alleen door damesteams gespeeld. Recreatief wordt sofbal veel gemengd gespeeld, bijvoorbeed op scholen, door meisjesteams, maar ook wel door herenteams.

De hoogste competitie in softbal in Nederland heet de 'Softbal Golden League'. De KNBSB is de Nederlandse Softbalbond.

Softbal wordt 9 tegen 9 gespeeld op een veld met daarop een aantal honken. Er is een thuisplaat van waar wordt geslagen, en er zijn drie honken die met de thuisplaat verbonden zijn door een vierkant in lijnen. De maat tussen de honken is 18,30 meter. De lijnen vanaf de thuisplaat naar het 1e honk, en de lijn vanaf het thuisplaat naar het 3e honk vormen de begrenzing van het speelveld. Dit speelveld eindigd in de verte met een achterlijn, het buitenveldhek, die gemiddeld op ongeveer 70 meter afstand staat bij softbal. In het midden van het gebied van de honken bevind zich de werpplaat, op 12,20 meter van de thuisplaat.

Elke speler krijgt een slagbeurt in de aanval en vervult in de verdediging een specifike taak in het veld.

De basis uitrusting die nodig is om softbal te spelen zijn; een softbalknuppel, softballen, slaghelmen, softbal handschoen voor het vangen van ballen. De achtervang(st)er heeft verder extra beschermende kleding.

De veldposities en taken bij softbal zijn direct vergelijkbaar met die van honkbal en zijn als volgt verdeeld over het softbalveld:

• Pitcher - degene die de ballen vanaf de werpplaat onderhands naar de tegenstanders gooit.
• Catcher - de achtervang van de pitcher op de thuisplaat.
• 1e honk - de bewaker van het 1e honk, om tegenstanders uit te tikken op het honk.
• 2e honk - de bewaker van het 2e honk.
• 3e honk - de bewaker van het 3e honk.
• Korte stop (short stop) - deze verdedigd het veld tussen het 2e en 3e honk met snelle vangballen.
• Rechtsvelder (right fielder) - verdediging van verre en hoge ballen aan de rechterkant van het veld.
• Linksvelder (left fielder) - de verdediding van verre en hoge ballen aan de linkerkant van het veld.
• Middenvelder (center) - verdedigd het diepere middenveld van het sotbalveld.

Elke positie vraagt bijzondere vaardigheden, zoals reactiesnelheid, loopsnelheid, vangen en gooien.

Het spelverlop van softbal is net als bij honkbal verdeeld in innings. Een inning is over als allebei de ploegen een slagbeurt hebben gehad.

Elke ploeg heeft bij een slagbeurt de kans punten bij elkaar te verzamelen door zoveel mogelijk mensen veilig over de honken heen te krijgen tot terugkeer bij de thuisplaat. Het lopen van spelers mag enkel na een goed geslagen bal die niet direct uit de lucht wordt gevangen. Als een speler niet op tijd veilig op één van de honken of de thuisplaat uitkomt, kan hij uitgemaakt worden door de verdedigers.

Een speler is uit als hij niet kan terugkeren naar een vorig honk omdat deze bezet is, of al na de slag het 1e honk niet kan bereiken omdat daar de bal al bij de speler bij het 1e honk aanwezig is die een 'uit' maakt door het honk aan te raken met de bal in de hand of handschoen.

Bij het vangen van een softbal uit de lucht vanaf de slag wordt er ook een uit gemaakt en moeten alle spelers die al op de honken stonden op tijd terugkeren naar het oorspronkelijke honk. Veilig op een honk kan een speler niet uitgemaakt worden.

Als een ploeg drie 'uits' heeft gekregen wisselt de beurt naar de tegenpartij. Een softbal wedstrijd wordt in pricipe gespeeld over 7 innings. Dit in tegenstelling tot honkbal, waar er 9 innings gespeeld worden.

Het slaan van de bal en het aangooien (pitchen) zijn belangrijkste onderdelen bij het spelen van softbal. In tegenstelling tot honkbal mag er bij softbal niet bovenhands aangeworpen worden, maar alleen maar onderhands. Hierdoor worden worpen ook wat langzamer.

Bij een slagbeurt krijgt je drie pogingen om de bal te slaan, mits het aangooien van de bal op de juiste manier, binnen de slagzone, wordt gedaan. Als bij het aangooien de softbal buiten de slagzone wordt gegooid, dan is dit een foutbal. Bij 4 foutballen mag je ongehinderd naar het eerste honk lopen.

Bij het slaan is het de bedoeling om de softbal in het veld te spelen zonder dat deze gevangen wordt. Na het slaan is het de bedoeleing om zo snel mogelijk via de drie honken weer terug te rennen naar de thuisplaat. Als de bal na je slag weer terug wordt gegooid kun je op éém van de honken veilig blijven staan en bij een volgede slagbeurt verder rennen. Als je na je slag een honk weet te breieken dan heet dit een honkslag.

Als je de softbal dusdanig wegslaat dat je in één keer helemaal terug kunt rennen naar de thuisplaat dan heet dit een homerun. Pas als een speler veilig op de thuisplaat aankomt scoor je 1 punt per speler bij softbal.

Een sotbalteam blijft aan slag zolang niet alle drie de uits zijn gemaakt door de tegenstander. Als deze drie uits wel zijn gemaakt dan wisselen de teams. Het andere team zal nu het veld bezetten en de ballen gooien naar het andere team die de slagbeurten krijgt om zoveel mogelijk honken en uiteindelijk punten probeert te behalen.

Hieronder nog een aantal leuke weetjes over softbal, waarbij ook een aantal voorbeelden van de, soms kleine, verschillen tussen honkbal worden onschreven.

• Een softbal weegt tussen 178 en 198 gram. Dit is gemiddeld 40 tot 50 gram zwaarder dan een honkbal.
• De softbal heeft een omtrek van ongeveer 30,5 cm en weegt tussen 178,0 en 198,4 gram.
• De diameter van een softbal is ongeveer 9 cm en de omtrek 30,5 com. Ter vergelijking, een honkbal is tussen 73 - 76 mm, met een omtrek van 22,9 tot 23,5 centimeter.
• Softbal wordt gepeeld met een Aluminium softbalknuppel.
• Bij softbal wordt gespeeld met een zogenaamd dubbelhonk bij het 1e honk. Deze is er om botsingen te voorkomen. Degene die slaat en rent, rent naar het buitenste, rode, deel van dit dubbelhonk, de verdediger van het 1e honk gebruikt het binnenste, witte, deel.
• Het achterhek van een sofbalvel moet minimaal op 60 meter afstand staan. Bij honkbal is dit gemiddeld 100 meter.
• De huidige Olympisch kampioen is Japan. Dit land won in 2008 goud door de Verenigde Staten te verslaan.

En ben je tot slot op zoek naar de uitgebreide honk- en softbal regels, kijk dan hier voor de officiele KNBSB spelregels